We zijn nu een aantal dagen terug in Nederland. Je denkt dan wat is er nu anders. Je komt tot de conclusie dat alles min of meer hetzelfde is. Je komt op kantoor bij je collega's, er is een andere baas op de afdeling, maar het werk op de afdeling is onveranderd druk. Je gaat lunchen, het eten in de kantine is hetzelfde. Je gaat naar je moeder, die zit nog steeds in dezelfde stoel, ze ziet er iets slechter uit maar toch is er niet veel veranderd. Je gaat naar je schoon familie, mijn schoonzus heeft een andere vlam, maar de gezelligheid rond het vuur s'avonds is onveranderd.
We gaan naar het schoolplein, dezelfde ouders staan op hun kinderen te wachten. We gaan naar onze buren, welke aangeven dat ze gaan verhuizen en het huis ernaast heeft ook nieuwe bewoners. Op de roei tref ik wat vrienden van Bart, er wordt een nieuw clubhuis gebouwd. Eigenlijk is er toch best wat veranderd, maar het voelt alsof we vorige week nog op alle plaatsen zijn geweest, zijn we een jaar weg geweest?
Nederland is groen, Nederland is schoon, Nederland is geordend, in Nederland worden mensen boos als je te laat voor een zebra stopt, in Nederland is het koud, in Nederland is het duur, in Nederland is het rustig, in Nederland is het anders.
We gaan naar het schoolplein, dezelfde ouders staan op hun kinderen te wachten. We gaan naar onze buren, welke aangeven dat ze gaan verhuizen en het huis ernaast heeft ook nieuwe bewoners. Op de roei tref ik wat vrienden van Bart, er wordt een nieuw clubhuis gebouwd. Eigenlijk is er toch best wat veranderd, maar het voelt alsof we vorige week nog op alle plaatsen zijn geweest, zijn we een jaar weg geweest?
Nederland is groen, Nederland is schoon, Nederland is geordend, in Nederland worden mensen boos als je te laat voor een zebra stopt, in Nederland is het koud, in Nederland is het duur, in Nederland is het rustig, in Nederland is het anders.